Elk mens laat in zijn leven sporen achter – sporen van zegen of sporen van onheil. Ook in de Bijbel vinden wij deze sporen. Maar dan zijn het geen gewone sporen, maar sporen die een zielzorgerlijke en profetische component hebben. Beide zien wij op een bijzondere manier in de persoon en het leven van David. De Bijbel laat hem zien als de «man naar Gods hart». Daarom is het niet verwonderlijk dat God door de sporen die wij in zijn leven ontdekken profetisch wijst op het leven, lijden, sterven en de opstanding van Jezus. Ja, deze sporen voeren nog verder: tot in het koninkrijk van Jezus Christus, tot in het Duizendjarige Rijk.
Norbert Lieth ontdekte echter nog talrijke andere profetische sporen en wel bij degenen, die Davids levensweg kruisten. Absalom bijvoorbeeld, die een beeld is van de antichrist, of de Gathiet Ithai, die een geweldig beeld van de gemeente van Christus is.
Om het met de auteur te zeggen: «Het Oude Testament is het platenboek van het Nieuwe Testament». De waarde en de zeggingskracht van dit zo buitengewone «platenboek» worden ontsloten voor een ieder, die het niet eenvoudigweg doorbladert, maar bij de afzonderlijke beelden blijft staan – vooral bij de sporen in het leven van David!